Noodwet of niet: de overbevolking blijft torenhoog
De eerste weken van de zogenaamde noodwet liggen achter ons. Een maatregel die volgens de regering broodnodig was om eindelijk grip te krijgen op de dramatische overbevolking in onze gevangenissen. Maar vandaag, enkele weken later, moeten we helaas vaststellen dat de realiteit onveranderd blijft: onze gevangenissen puilen nog steeds uit.
De noodwet bracht vooral papieren oplossingen. Cijfers en rapporten die op papier misschien de druk enigszins verlichten, maar in de praktijk blijft het personeel dagelijks geconfronteerd met een realiteit die niets met cijfers te maken heeft, maar alles met mensen. Mensen die met drie in een cel zitten die bedoeld is voor één. Personeel dat structureel onderbemand blijft en daardoor de veiligheid van zowel collega’s als gedetineerden niet meer kan garanderen.
Voor de gedetineerden zelf verandert er nauwelijks iets. De overbevolking zorgt ervoor dat rehabilitatieprogramma’s worden uitgesteld of simpelweg niet doorgaan. Psychologische begeleiding blijft ontoereikend, medische zorgen zijn vaak minimaal en contact met familie verloopt moeizaam.
En boven dit alles hangt een schaduw: zolang men zich blindstaart op tijdelijke of halfslachtige oplossingen, schuift men het echte probleem alleen maar voor zich uit. De noodwet mag dan een signaal zijn dat men de ernst van de situatie erkent, ze is geen oplossing. Het is pleisterwerk op een open wonde.
De VSOA blijft daarom luid en duidelijk herhalen: structurele investeringen en duurzame oplossingen zijn de enige uitweg. Nieuwe gevangenissen alleen zijn niet voldoende. Er moet ook worden geïnvesteerd in personeel, in zorg, in begeleiding, in alternatieve straffen en in samenwerking met externe diensten.
De eerste weken van de noodwet hebben ons vooral geleerd dat we onszelf niets mogen wijsmaken: zolang men geen keuzes maakt voor de lange termijn, blijft de overbevolking torenhoog – met alle dramatische gevolgen van dien.
Reacties
Een reactie posten