Hoe kan men spreken over humane detentie als justitie zelf de wet niet volgt?
Een samenleving die zichzelf rechtvaardig wil noemen, moet ook de manier waarop zij haar strafuitvoering organiseert onder de loep durven nemen. In België spreekt men vaak over “humane detentie”, over re-integratie en het belang van tweede kansen. Maar hoe geloofwaardig zijn die woorden wanneer justitie de eigen basiswet gevangeniswezen niet respecteert, Europese wetgeving negeert en veroordeeld wordt door internationale instanties?
De basiswet voorziet in duidelijke regels rond leefomstandigheden, re-integratie, recht op menselijke waardigheid en toegang tot begeleiding. In de praktijk zien we echter een totaal andere realiteit: overvolle cellen, grondslapers, een tekort aan personeel en een systeem dat re-integratie enkel op papier waarmaakt. Europese veroordelingen volgen elkaar op, maar structurele oplossingen blijven uit.
Hoe kan men verwachten dat gedetineerden “leren uit hun fouten” of zich voorbereiden op een succesvolle terugkeer in de maatschappij, als ze dagelijks ervaren dat justitie zelf de fundamentele regels met voeten treedt? Welke geloofwaardigheid heeft een systeem dat aan burgers oplegt om de wet te respecteren, maar zelf faalt in de naleving van de meest elementaire rechtsprincipes?
Een humane detentie begint met respect voor de wet. Pas als justitie de basiswet en Europese verplichtingen wél ernstig neemt, kan men verwachten dat detentie iets bijdraagt. Re-integratie is geen loze slogan, het is een maatschappelijke opdracht die enkel kans van slagen heeft wanneer de overheid zelf het goede voorbeeld geeft.
VSOA roept de politieke verantwoordelijken op om nu eindelijk hun verantwoordelijkheid te nemen. Stop met loze beloftes en start met structurele hervormingen: minder overbevolking, meer personeel en respect voor de basiswet. Alleen zo kan er sprake zijn van een humane detentie en van een justitie die haar geloofwaardigheid terugwint.
Reacties
Een reactie posten